L'exposé des motifs du projet de loi indique que l'introduction de la fondation privée « permettra à son fondateur d'affecter un patrimoine à une fin désintéressée (...). Parmi les objectifs pouvant être rencontrés figurent notamment la sauvegarde d'une collection d'oeuvres d'art, le soutien au développement d'une région, la création d'un prix ou d'une oeuvre, le maintien du caractère familial d'une entreprise, le maintien de l'intégrité d'éléments de patrimoine » (do c. Chambre, nº 1854/1, 1998-1999, p. 24).
Naar luid van de memorie van toelichting bij het ontwerp van wet biedt de invoering van de private stichting aan de stichter ervan de mogelijkheid een patrimonium voor een belangeloos oogmerk aan te wenden, bijvoorbeeld handhaving van een collectie kunstwerken, steun aan de ontwikkeling van een regio, creatie van een prijs of van een werk, handhaving van het familiale karakter van een onderneming, behoud van de integriteit van elementen van het patrimonium (Stuk Kamer, nr. 1854/1, 1998-1999, blz. 24).