1. a) b) L'article 14, §8 de la loi du 25 mars 2003 modifiant la loi du 8 août 1983 organisant un Registre national des personnes physiques, et la loi du 19 juillet 1991 relative aux registres de la population et aux cartes d'identité et modifiant la loi du 8 août 1983 organisant un Registre national des personnes physiques, stipule que les frais de fabrication des cartes
sont récupérés, à l'intervention du Ministre de l'Intérieur, auprès des communes. c) Le montant demandé au citoyen pour sa carte d 'identité électronique correspond au coût de production de la carte, à savoir 10 euros, montant qui est facturé par le Registre National
à l'admin ...[+++]istration communale, et répercuté ensuite sur le prix demandé au citoyen. Ce montant est majoré d'une taxe communale qui est facultative.1. a) b) Artikel 14, §8 van de wet van 25 maart 2003, tot wijziging van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen en van de wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters en de identiteitskaarten en tot wijziging van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, bepaalt dat de kosten voor de aanmaak van identiteitskaarten door de Minister van Binnenlandse Zaken teruggevorderd worden bij de gemeenten. c) Het bedrag dat aan de burger gevraagd wordt voor zijn elektronische identiteitskaart, stemt overeen met de productiekost van de kaart, zijnde, 10 euro, die door het Rijksregister aangerekend wordt aan het gemeentebestuur en vervolgens door h
...[+++]et gemeentebestuur teruggevorderd wordt bij de burger, eventueel verhoogd met een gemeentebelasting die facultatief is.