4. rappelle que l'accord dégagé au sein de la Convention au sujet du ministre des affaires étrangères visait expressément à regrouper un certain nombre de fonctions touchant aux relations extérieures, à savoir celles du Haut Représentant, du commissaire chargé de coordonner les politiques extérieures et de la présidence du Conseil des affaires étrangères; considère que tout effort tendant à supprimer, à amputer ou à affaiblir un de ces éléments mettrait à mal le compromis;
4. brengt in herinnering dat de op de Conventie bereikte overeenkomst met betrekking tot de minister van Buitenlandse Zaken welbewust was bedoeld om een aantal functies op het terrein van externe betrekkingen samen te voegen, namelijk die van de Hoge Vertegenwoordiger, die van het Commissielid voor de coördinatie van het externe beleid en die van het voorzitterschap van de Raad Buitenlandse Zaken; is van mening dat iedere poging om één van deze elementen uit het akkoord te verwijderen, het in te perken of af te zwakken het gehele compromis zou doen kelderen;