Vertaling van "martin-pêcheur d'europe " (Frans → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

martin-pêcheur d'Europe
ijsvogel

martin pêcheur à gorge blanche | martin pêcheur de Smyrne
witborstijsvogel | witkeelijsvogel

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

S'articulant autour de la Holzwarche et de ses affluents, habitat du chabot et du martin-pêcheur d'Europe, ce remarquable ensemble de milieux ouverts présente un grand intérêt biologique, autant botanique, entomologique (cuivré de la bistorte,...) qu'ornithologique (tarier des prés, pie-grièche écorcheur, pie-grièche grise,...).
Dit opmerkelijk geheel van open milieus, gelegen rond de Holzwarche en de zijrivieren ervan, habitat van donderpadden en ijsvogels, heeft een hoge biologische, botanische, entomologische (blauwe vuurvlinders,...) en ornithologische waarde (paapjes, grauwe klauwieren, klapeksters,...).

Tous ces habitats, Natura 2000 ou non, fournissent des lieux de reproduction, de nourrissage et/ou d'hivernage pour une série d'espèces, comme le chabot, la cigogne noire, le cuivré de la bistorte, le martin-pêcheur d'Europe, le pic noir, la pie-grièche écorcheur,..».
Al deze habitats, al dan niet vallend onder Natura 2000, zijn voortplantings-, voeder- en/of overwinteringsplaatsen voor een reeks soorten zoals de donderpad, de zwarte ooievaar, de blauwe vuurvlinder, de ijsvogel, de zwarte specht, de grauwe klauwier,..».

Bordant les eaux de la Gueule (3260), habitat du martin pêcheur d'Europe, du chabot et de la lamproie de Planer, des zones de mégaphorbiaies à reine des prés (6430) et des forêts alluviales (91E0*) forment des cordons rivulaires.
Langs het riviertje « la Gueule » (3260), habitat van de ijsvogel, de donderpad en de beekprik, worden oeverranden gevormd door gebieden met voedselrijke ruigten met moerasspirea (6430) en alluviale bossen (91E0*).

Les cours d'eau (3260) sont aussi l'habitat du chabot, de la mulette épaisse, de la lamproie de planer, de la loutre d'Europe, du martin pêcheur d'Europe, du balbuzard pêcheur et de la cigogne noire.
De waterlopen (3260) vormen ook de habitat van de donderpad, van de Bataafse stroommossel, de beekprik, de Europese otter, de ijsvogel, de visarend en de zwarte ooievaar.

Le réseau hydrographique n'est pas moins intéressant: le chabot, la Lamproie de planer, le Martin-pêcheur d'Europe, le Vespertilion des marais, sont des espèces d'intérêt communautaire rencontrées sur les ruisseaux.
Het stroomgebied is ook interessant: de donderpad, de Beekprik, de Europese ijsvogel, de meervleermuis zijn soorten met een communautair belang die op de beken aangetroffen worden.

De ce fait, il présente un intérêt important pour l'avifaune forestière (pic noir, pic mar, gélinotte des bois, ...), ainsi que pour celle des cours d'eau (martin-pêcheur d'Europe, mulette épaisse, ...).
Daardoor is de locatie van belangrijk belang voor de bosavifauna (zwarte specht, middelste bonte specht, hazelhoen, ...), alsook voor die van de waterlopen (Europese ijsvogel, Bataafse stroommossel, ...).

Bordant les eaux de la Gueule (3260), habitat du martin pêcheur d'Europe et du chabot, des zones de mégaphorbiaies à reine des prés (6430) et des forêts alluviales (91E0*) forment des cordons rivulaires.
Langs de wateren van de Gueule (3260), habitat van de Europese ijsvogel en de donderpad, worden oeverlinten gevormd door voedselrijke ruigten met moerasspirea (6430) en alluviale bossen (91E0*).

L'état de conservation, à l'échelle du site, des populations de l'espèce d'intérêt communautaire visées à l'alinéa 1, tel qu'évalué en 2015 sur base des meilleures informations disponibles, est mentionné à l'annexe 3.2 du présent arrêté. Art. 7. Les espèces d'intérêt communautaire de l'annexe II. 1.2 de l'Ordonnance pour lesquelles des objectifs de conservation sont fixés sont les suivantes : 1° A027 - Ardea alba - Grande aigrette; 2° A068 - Mergus albellus - Harle piette; 3° A072 - Pernis apivorus - Bondrée apivore; 4° A103 - Falco peregrinus - Faucon pèlerin; 5° A224 - Caprimulgus europaeus - Engoulevent d'Europe; 6° A229 - Alcedo atthis - Martin-pêcheur d'Europe; 7° A236 - Dryocopus martius - Pic noir; 8° A238 - Dendrocopus medius - Pic mar. Art. 8. Les habitats naturels d'intérêt régional de l'annexe I. 2 de l'Ordonnance pour lesquels des objectifs de conservation sont fixés à l'échelle du site sont les suivants : 1° Prairies à Populage des marais (Caltha palustris); 2° Prairies à Crételle (Cynosurus cristatus); 3° Prairies à Agrostis commun (Agrostis capillaris); 4° Prairies à Potentille des oies (Potentilla anserina); 5° Roselières; 6° Caricaie.
De staat van instandhouding, op de schaal van het gebied, van de populaties van de soort van communautair belang bedoeld in het eerste lid, zoals beoordeeld in 2015 op basis van de beste beschikbare informatie, wordt vermeld in bijlage 3.2 van dit besluit Art. 7. De soorten van communautair belang van bijlage II. 1.2 van de Ordonnantie waarvoor instandhoudingsdoelstellingen worden vastgesteld, zijn : 1° A027 - Ardea alba - Grote zilverreiger; 2° A068 - Mergus albellus - Nonnetje; 3° A072 - Pernis apivorus - Wespendief; 4° A103 - Falco peregrinus - Slechtvalk; 5° A224 - Caprimulgus europaeus - Nachtzwaluw; 6° A229 - Alcedo atthis - IJsvogel; 7° A236 - Dryocopus martius - Zwarte specht; 8° A238 - Dendrocopus medius - Middelste bonte specht. Art. 8. De natuurlijke habitats van gewestelijk belang van bijlage I. 2 van de Ordonnantie waarvoor op de schaal van het gebied instandhoudingsdoelstellingen worden vastgesteld, zijn : 1° Dotterbloemgraslanden; 2° Kamgrasgraslanden; 3° Struisgrasgraslanden; 4° Zilverschoongraslanden; 5° Rietvegetaties; 6° Grote Zeggenvegetaties.

des habitats de reproduction ou de nourrissage pour une population régulière de loutre d'Europe (1355), de grande aigrette (A027), de cigogne noire (A030), de milan noir (A073), de milan royal (A074), de balbuzard pêcheur (A094) et de martin-pêcheur d'Europe (A229).
habitats voor de voortplanting of het voeden van een regelmatige bevolking van otters (1355), grote zilverreigers (A027), zwarte ooievaars (A030), zwarte wouwen (A073), rode wouwen (A074), visarenden (A094) en ijsvogels (A229).

des habitats de reproduction ou de nourrissage pour une population régulière de loutre d'Europe (1355), de cuivré de la bistorte (4038), de cigogne noire (A030), de bondrée apivore (A072), du milan noir (A073), du milan royal (A074), du busard saint-martin (A082), du martin-pêcheur d'Europe (A229) et de la pie-grièche grise (A340).
habitats voor de voortplanting of het voeden van een regelmatige bevolking van visotters (1355), blauwe vuurvlinders (4038), zwarte ooievaars( A030), wespendieven (A072), zwarte wouwen (A073), rode wouwen (A074), blauwe kiekendieven (A082), ijsvogels (A229) en klapeksters (A340).