Sauf dans les cas visés aux articles 53 à 57, il y a lieu d'atteindre, lors de la réalisation des objectifs écologiques, au moins le bon état des eaux de surface et souterraines ou le bon potentiel écologique des masses d'eau artificiellement ou fortement modifiées, et si possible, le très bon état écologique ou le potentiel écologique maximal des masses d'eau artificiellement ou fortement modifiées.
Behoudens de in de artikelen 53 tot 57 bedoelde gevallen, dient bij het realiseren van de milieudoelstellingen minstens de goede toestand van het oppervlaktewater en het grondwater of het goede ecologisch potentieel van kunstmatige of sterk veranderde oppervlaktewaterlichamen, en indien mogelijk, de zeer goede ecologische toestand of het maximale ecologisch potentieel van kunstmatige of sterk veranderde oppervlaktewaterlichamen, te worden bereikt.