À cet égard, la jurisprudence du Conseil d'État établit clairemen
t que la liberté en matière d'emploi des langues ne vaut que pour les langues nationales, à savoir le néerlandais, le français et l'allemand; que l'article 30 précité implique au contraire que la protection que la Constitution accorde à la liberté en matière
d'emploi des langues ne vaut pas pour les langues non usitées en Belgique; que chaque autorité peut, dans les limites de sa compétence, régler l'emploi des langues en question ou simplement l'interdire sans qu'aucune disposition de
la Consti ...[+++]tution ne puisse entraver leur action (2) . En d'autres termes, le législateur est libre de régler l'emploi des langues autres que celles usitées (officiellement) en Belgique dans des domaines où, en principe, la liberté en matière d'emploi des langues vaut pour les langues usitées en Belgique.De rechtspraak van de Raad van State heeft in dit verband duidelijk gemaakt dat de taalvrijheid alleen geldt voor de landstalen, het Nederland
s, het Frans en het Duits, en « dat dit artikel [30] integendeel inhoudt dat de bescherming die de Grondwet aan de taalvrijheid verleent, zich niet uitstrekt tot de niet in België gesproken talen; dat iedere overheid binnen de kring van haar bevoegdheid het gebruik van die talen kan regelen of gewoon verbieden zonder daarin door enige grondwetsbepaling geremd te zijn» (2) Het staat de wetgever met andere woorden vrij om voor andere dan de (officieel) in België gesproken talen taalregelingen te tre
...[+++]ffen op gebieden waarvoor voor de in België gesproken talen in principe de taalvrijheid geldt.