L'attribution d'une ancienneté de service de deux ans, et la priorité qui y est liée concernant l'engagement dans une fonction d'enseignement ordinaire d'instituteur maternel, d'assistant social ou de maître d'études-éducateur, dont bénéficient les personnes qui ont suivi la formation spéciale et ont été occupées dans les conditions particulières décrites au B.1, présente un rapport immédiat avec l'objectif mentionné au B.4.2.
Het verlenen van een dienstanciënniteit van twee jaar, met de eraan verbonden voorrang voor aanwerving in een gewoon onderwijsambt van kleuteronderwijzer, maatschappelijk werker of studiemeester-opvoeder, ten voordele van wie de in B.1 omschreven bijzondere opleiding en tewerkstelling heeft doorgemaakt, staat in onmiddellijk verband met de in B.4.2 aangegeven doelstelling.