M. Vankrunkelsven reconnaît qu'après avoir discuté de cette question avec les membres du Conseil de l'Ordre, lui-même était tenté d'adopter le raisonnement selon lequel il serait préférable de permettre, via un système d'élections indirectes, de déléguer au Conseil national des membres qui ont pris à cœur leur travail au niveau provincial.
De heer Vankrunkelsven geeft toe dat hijzelf, nadat hij over dat probleem met de leden van de Raad van de Orde gepraat had, geneigd was de redenering te volgen dat het beter is het aan de hand van een systeem van onrechtstreekse verkiezingen mogelijk te maken leden naar de nationale Raad af te vaardigen die hun werk op provinciaal niveau ter harte hebben genomen.