A cet effet, le législateur a prévu que l'appel formé contre un jugement définitif fait revivre le droit d'appel contre le jugement avant dire droit, même si le délai d'appel contre ce jugement (avant dire droit) a, dans l'intervalle, expiré (Van Reepinghen, Ch., Rapport sur la réforme judiciaire, Bruxelles, Moniteur belge , 1964, n 60, p. 248; Cass., 6 décembre 1974, Pas., 1975, I, 377).
Daartoe heeft de wetgever erin voorzien dat, in geval van hoger beroep tegen een eindvonnis, het recht op hoger beroep tegen het vonnis alvorens recht te doen, zou herleven, zelfs indien de termijn van hoger beroep tegen dat vonnis (alvorens recht te doen) inmiddels zou zijn verstreken (Van Reepinghen, Ch., Verslag over de gerechtelijke hervorming, Brussel, Belgisch Staatsblad , 1964, nr. 60, p. 248; Cass., 6 december 1974, Arr. Cass., 1975, 408).