1. Chaque Partie prévoit ou promeut, conformément à son droit interne, des programmes ou mesures d'intervention efficaces pour les personnes visées à l'article 16, paragraphes 1 et 2, en vue de prévenir et de minimiser les risques de réitération d'infractions à caractère sexuel sur des enfants.
1. Elke Partij voorziet in of bevordert, in overeenstemming met haar nationale recht, effectieve interventieprogramma's of -maatregelen voor de personen bedoeld in artikel 16, eerste en tweede lid, met het oog op het voorkomen en tot een minimum terugbrengen van het risico op herhaling van zedendelicten tegen kinderen.