3. Chaque Partie prévoit, conformément à son droit interne, que des programmes ou mesures d'intervention soient mis en place ou adaptés pour répondre aux besoins liés au développement des enfants qui ont commis des infractions à caractère sexuel, y compris ceux en deçà de l'âge de la responsabilité pénale, afin de traiter leurs problèmes de comportement sexuel.
3. Elke Partij waarborgt, in overeenstemming met haar nationale recht, dat er interventieprogramma's of -maatregelen worden ontwikkeld voor of aangepast aan de ontwikkelingsbehoeften van kinderen die een zedendelict plegen, met inbegrip van degenen die onder de leeftijd zijn waarop zij strafrechtelijk aansprakelijk kunnen worden gesteld, met het oog op de behandeling van hun seksuele gedragsproblemen.