Conformément à l'article 59, § 3, du Statut, la personne arrêtée a le droit de demander à la chambre des mises en accusation, par requête de mise en liberté, sa mise en liberté provisoire dans l'attente de sa remise.
Overeenkomstig artikel 59, § 3, van het Statuut heeft de aangehouden persoon het recht om bij de kamer van inbeschuldigingstelling zijn voorlopige invrijheidstelling te verzoeken door middel van een verzoekschrift tot invrijheidstelling, zulks in afwachting van zijn overdracht.