Si, au cours des deux mois et cinq jours, il est décidé d'appliquer la mesure provisoire prévue à l'article 52quater de la loi du 8 avril 1965 relative à la protection de la jeunesse, à la prise en charge des mineurs ayant commis un fait qualifié infraction la période écoulée est déduite de la première période visée à cet article 52quater, alinéa 1.
Wanneer, in de loop van de twee maanden en vijf dagen, wordt besloten tot het nemen van de voorlopige bepaald in van artikel 52quater van de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming, het ten laste nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd en het herstel van de door dit feit veroorzaakte schade, wordt de verlopen termijn in mindering gebracht van de eerste termijn bedoeld in het eerste lid van dit artikel 52quater.