), et des 3º, 6º et 7º de ce même article 143 (« des pensions, rentes et allocations en tenant lieu ... perçues ., à concurrence de 14 500 euros par an »; « des rentes alimentaires .attribuées ., à concurrence de 1 800 euros par an »), que les montants de 14 500 euros, 1 800 euros et 1 500 euros (montants à indexer) qui figurent dans cette disposition légale, constituent des montants bruts.
) en uit het 3º, 6º en 7º van datzelfde artikel 143 (« pensioenen, renten en als zodanig geldende toelagen ... verkregen .tot beloop van 14 500 euro per jaar »; « de uitkeringen .toegekend .tot beloop van 1 800 euro per jaar »; « bezoldigingen ontvangen door studenten .tot een bedrag van 1 500 euro per jaar ») blijkt dat de bedragen van 14 500 euro, 1 800 euro en 1 500 euro (te indexeren) die in die wettelijke bepaling voorkomen, brutobedragen zijn.