90. considère que des dépenses élevées en recherche et développement au niveau national et européen sont nécessaire
s pour exploiter le potentiel d’efficacité énergétique, et critique à cet égard la décision des chefs d’État et de gouvernement concernant les perspectives financières 2007-2013 et la réduction qui y est prévue concernant le septième programme-cadre de recherche; juge
essentiel que l’UE montre l’exemple en considérant comme prioritaires la recherche en matière d'efficacité énergétique dans le septième programme-cadre de
...[+++]recherche – compte tenu du potentiel considérable existant du point de vue des gains d’efficacité énergétique, des réductions des émissions et d’un marché mondial d’équipements et de systèmes nouveaux et efficaces – et en s’abstenant de toute réduction du septième programme-cadre de recherche en ce qui concerne l’efficacité énergétique, et invite les États membres, l’industrie et le septième programme-cadre de recherche à réaliser des actions de démonstration probantes dans tous ces domaines; estime que le PCI doit jouer un rôle important dans la promotion et la diffusion des nouvelles technologies sur le marché; 90. meent dat grote uitgaven voor onderzoek en ontwikkeling op nationale en Europese schaal noodz
akelijk zijn om het potentieel qua energie-efficiëntie te benutten en bekritiseert in dit verband de beslissing van de staatshoofden en regeringsleiders over de financiële vooruitzichten voor 2007-2013 en de daaruit voortvloeiende verkorting van het zevende kaderprogramma; meent dat het essentieel is dat de EU het goede voorbeeld geeft door de onderzoeksuitgaven op het gebied van energie-efficiëntie binnen het zevende kaderprogramma als een prioriteit te beschouwen en daarbij rekening houdt met het aanzienlijk potentieel qua energie-efficiën
...[+++]tiewinst, vermindering van de uitstoot en een wereldmarkt voor nieuwe en zuinige apparaten en systemen en afziet van een verlaging van de begroting van het zevende kaderprogramma op het gebied van energie-efficiëntie; meent dat het kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie een belangrijke rol moet spelen bij het bevorderen en het op de markt brengen van nieuwe technologieën;