...artic
le 52 de la loi, de motifs supplémentaires d'irrecevabilité, notamment lorsque la demande d'asile est manifestement non-fondée, et lorsque l'étranger se soustrait pendant au moins un mois à l'obligation de présentation (dont les modalités doivent encore être déterminées par arrêté royal délibéré en conseil des ministres); - la fixation d'un délai d'ordre de huit jours ouvrables dans lequel le ministre ou son délégué doit statuer sur la recevabilité de la demande d'asile; - l'insertion de la faculté pour le ministre ou son délégué de déterminer le lieu d'inscription de certains demandeurs d'asiles; - la réinstauration du caract
...[+++]ère suspensif du recours devant la Commission permanente de recours des réfugiés; - le remplacement de la procédure de " demande urgente de réexamen " , dans laquelle le ministre ou son délégué était amené , après avis du commissaire général aux réfugiés et aux apatrides, à confirmer ou infirmer sa décision initiale de refus d'entrée ou de séjour, par la procédure de " recours urgent " introduite auprès du commissaire général aux réfugiés et aux apatrides, qui statue directement sur le recours et décide en outre si sa décision est susceptible d'un recours suspensif, et si l'étranger peut être ramené à la frontière du pays qu'il a fui; - l'insertion de la possibilité pour le Roi de déterminer des règles particulières de délai et de procédure, applicables aux recours introduits auprès du Conseil d'Etat contre des décisions prises sur la base de la loi du 15 décembre 1980; - l'insertion d'une base juridique pour la création, dans le Royaume, de centres dans lesquels certains demandeurs d'asile pourront être maintenus, dans l'attente d'une décision du ministre ou de son délégué sur l'autorisation de séjour ou l'éloignement du territoire; - l'instauration, à la Commission permanente de recours des réfugiés ainsi qu'au Conseil d'Etat, du système de chambres à juge unique pour statuer sur les recours introduits respectivement contre les décisions du commissaire général aux réfugiés et aux apatrides refusant le statut de réfugié, et contre les décisions administratives prises en application de la loi du 15 décembre 1980. ......, van b
ijkomende onontvankelijkheidsmotieven, namelijk wanneer de aanvraag kennelijk ongegrond is en wanneer de vreemdeling zich gedurende minstens een maand aan de meldingsplicht onttrekt (waarvan de nadere regels nog bij een in ministerraad overlegd koninklijk besluit moeten worden bepaald); - het vastleggen van een termijn ten belope van acht werkdagen, waarbinnen de minister of diens gemachtigde over de ontvankelijkheid van de asielaanvraag moet beslissen; - het invoegen van de mogelijkheid voor de minister of diens gemachtigde om de plaats van inschrijving van bepaalde asielzoekers te bepalen; - het herinstellen van het schors
...[+++]end karakter van het beroep bij de Vaste beroepscommissie voor de vluchtelingen; - het vervangen van de procedure van " het dringend verzoek tot heronderzoek " , waarbij de minister of diens gemachtigde ertoe gehouden was om, na advies van de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen, de oorspronkelijke beslissing tot weigering van binnenkomst of van verblijf te bevestigen of ongedaan te maken, door de procedure van " het dringend beroep " ingediend bij de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen, die onmiddellijk over het beroep beschikt en bovendien beslist of tegen zijn beslissing een schorsend beroep kan worden ingesteld en of de vreemdeling naar de grens van het land dat hij ontvlucht is, mag worden teruggeleid; - het invoegen van de mogelijkheid voor de Koning om de bijzondere regels inzake termijnen en procedure, die van toepassing zijn op de beroepen die bij de Raad van State tegen de beslissingen, die op basis van de wet van 15 december 1980 werden genomen, werden ingesteld, te bepalen; - het invoegen van een juridische basis voor het oprichten, in het Rijk, van centra waar bepaalde asielzoekers, in afwachting van een beslissing van de minister of van diens gemachtigde inzake de toelating tot verblijf of de verwijdering van het grondgebied, kunnen worden vastgehouden; - het instellen zowel bij de Vaste beroepscommissie voor vluchtelingen als bij de Raad van State van het systeem waarbij een alleenzetelend rechter mag beschikken over een beroep dat respectievelijk werd ingesteld tegen een beslissing van de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staat-lozen of tegen administratieve beslissingen die in toepassing van de wet van 15 december 1980 werden genomen. ...