«6. Lorsqu’un niveau de protection équivalent à celui atteint par l’application des actes délégués et d’exécution adoptés en vertu du présent règlement peut être obtenu par d’autres moyens, les États membres peuvent, sans discrimination fondée sur la nationalité, accorder un agrément dérogeant à ces actes délégués ou d’exécution, conformément à la procédure prévue au second alinéa et au paragraphe 7».
6. Indien met andere middelen een beschermingsniveau kan worden bereikt dat gelijkwaardig is aan het niveau dat wordt bereikt door de toepassing van de op grond van deze verordening vastgestelde gedelegeerde handelingen en uitvoeringshandelingen, kunnen de lidstaten, zonder onderscheid naar nationaliteit, goedkeuring verlenen in afwijking van die gedelegeerde handelingen en uitvoeringshandelingen, overeenkomstig de in de tweede alinea en lid 7 vastgestelde procedure".