Le 24 avril 2014, la Cour constitutionnelle a suivi le même raisonnement dans un dossier concernant un couple dont l'un des conjoints travaillait en Belgique et l'autre au Luxembourg et auquel, compte tenu de la situation familiale, l'administration fiscale avait refusé l'avantage fiscal relatif à la hausse de la quotité exemptée d'impôt pour enfants à charge.
Het Grondwettelijk Hof heeft op 24 april 2014 dezelfde houding aangehouden in een zaak waar het een koppel betrof, waarvan de één werkzaam was in België en de ander in Luxemburg en waarbij er door de gezinssituatie geen belastingvoordeel kon worden toegekend inzake de verhoging van de belastingvrije som voor kinderen ten laste.