14. invite une nouvelle fois le gouvernement pakistanais à revoir en profondeur les lois sur le blasphème et leur application actuelle ainsi que, notamment, la section 295‑C du code pénal, qui prescrit obligatoirement la peine de mort pour toute personne reconnue coupable de blasphème et, dans le même temps, à apporter les amendements proposés par le ministre fédéral chargé des questions des minorités;
14. verzoekt de regering van Pakistan andermaal om een ingrijpende herziening van de wetgeving inzake godslastering en de wijze waarop die momenteel worden toegepast, alsook van onder meer afdeling 295 C van het Pakistaanse Wetboek van Strafrecht, waarin bepaald wordt dat eenieder die schuldig wordt bevonden aan godslastering, ter dood moet worden veroordeeld; verzoekt de regering van Pakistan om tevens de door de minister van Minderheden voorgestelde wetswijzigingen aan te brengen;