Le ministre qui a l'accès au territoire, le séjour, l'établissement et l'éloignement des étrangers dans ses compétences, doit veiller à ce que l'étranger en question s'en aille aussi rapidement que possible, éventuellement en le rapatriant.
De minister die bevoegd is voor de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, dient er derhalve op toe te zien dat de betrokken vreemdeling zo snel mogelijk vertrekt, eventueel door hem te repatriëren.