Art. 170. Les terres excavées qui ne répondent pas aux conditions, prévues à l'article 168, § 2, 2°, peuvent néanmoins être utilisées en construction ou dans un produit solide, à condition que l'utilisation projetée ne puisse causer aucune pollution supplémentaire du sol sous-jacent et qu'une possible exposition aux substances polluantes ne puisse engendrer aucun risque supplémentaire.
Art. 170. Uitgegraven bodem die niet voldoet aan de voorwaarde, vermeld in artikel 168, § 2, 2°, kan toch worden gebruikt voor bouwkundig bodemgebruik of in een vormvast product op voorwaarde dat het beoogde gebruik geen bijkomende verontreiniging van de onderliggende bodem kan veroorzaken en dat een mogelijke blootstelling aan de verontreinigende stoffen geen bijkomend risico kan opleveren.