20° pollution : l'introduction directe ou indirecte, par l'activité humaine, de substances, de vibrations, de chaleur, de bruit dans l'eau, l'air ou le sol, susceptibles de porter atteinte à la santé humaine ou à la qualité de l'environnement, d'entraîner des détériorations aux biens, une détérioration ou une entrave à l'agrément de l'environnement ou à d'autres utilisations légitimes de ce dernier;
20° verontreiniging : het rechtstreeks of onrechtstreeks introduceren, via menselijke activiteiten, van stoffen, trillingen, warmte, lawaai in water, lucht of bodem, hetgeen de menselijke gezondheid of de milieukwaliteit kan schaden, goederen kan beschadigen, de erkenning van het milieu of andere legitieme gebruiken ervan kan benadelen of verhinderen;