Lors de l'élaboration de son avis sur l'IVEG, la Commission était bien consciente de l'avis qu'elle avait formulé vis-à-vis de la demande d'Integan en 1994, tout comme vis-à-vis de PBE en 1992 et de la Compagnie intercommunale bruxelloise des eaux, CIBE, en 1994 (Avis n° 06/94 du 23 mars 1994), et c'est en connaissance de cause qu'elle avait émis un avis positif avec quelques réserves en ce qui concerne l'accès à certaines données du Registre national, mais un avis négatif en ce qui concerne l'utilisation du numéro d'identification.
Op het ogenblik dat zij haar advies over IVEG opstelde, was de Commissie zich wel degelijk bewust van haar advies met betrekking tot het verzoek van Integan in 1994, evenals haar adviezen met betrekking tot de PBE in 1992 en de Brusselse Intercommunale Watermaatschappij, BIWM, in 1994 (advies nr. 06/94 van 23 maart 1994). Zij bracht met kennis van zaken een gunstig advies uit (behoudens enkele bedenkingen betreffende de toegang tot bepaalde gegevens van het Rijksregister), en een ongunstig advies ten aanzien van het gebruik van het identificatienummer.