7. Les États membres désignent au moins une autorité ou agence indépendante nouvelle ou existante appartenant au secteur public qui sera chargée d'assurer le contrôle global et la surveillance du cadre établi pour atteindre les objectifs mentionnés au paragraphe 2, et qui à cette fin contrôlera la réalité des économies fournies par les services visant à améliorer l'efficacité énergétique et les programmes et autres mesures visant à améliorer l'efficacité énergétique, y compris les mesures nationales existantes d'amélioration de l'efficacité énergétique , et qui établira un rapport sur les résultats obtenus.
7. De lidstaten wijzen een of meer nieuwe of bestaande onafhankelijke instanties of agentschappen van de publieke sector aan die worden belast met het algehele toezicht en die verantwoordelijk zijn voor het toezicht op het kader om de in lid 2 vermelde doelstellingen te bereiken en die derhalve de besparingen ten gevolge van energie-efficiëntiediensten en programma's en andere maatregelen voor energie-efficiëntie, waaronder bestaande nationale maatregelen voor energie-efficiëntie, controleren en de resultaten rapporteren.