Dans ces arrêts, la Cour a défini la notion de location de biens immeubles au sens de l'article 13, B, sous b), de la sixième directive (transposé à l'article 44, § 3, 2° précité) comme consistant en substance en ce que le propriétaire d'un immeuble cède au locataire, contre un loyer et pour une durée convenue, le droit d'occuper son bien et d'en exclure d'autre personne.
In deze arresten heeft het Hof verklaard dat het begrip verhuur van onroerende goederen in de zin van artikel 13, B, sub b), van de zesde richtlijn (omgezet in artikel 44, § 3, 2° voornoemd) in wezen inhoudt dat de eigenaar van een onroerend goed de huurder tegen betaling van huur voor een overeengekomen tijdsduur het recht verleent zijn goed te gebruiken en andere personen daarvan uit te sluiten.