Avant l'entrée en vigueur de la loi du 25 janvier 1999, la taxe de circulation sur les véhicules servant exclusivement au transport de marchandises et qui, en raison de leur nature, leur destination ou leur affectation spéciale, ont un usage nécessairement limité, était, en vertu de l'article 19, § 1, du Code des taxes assimilées aux impôts sur les revenus, réduite à un neuvième, aux deux neuvièmes ou au tiers de son montant relatif à l'année entière, suivant que le nombre de jours de leur utilisation n'excédait pas respectivement 30, 60 ou 90 par an.
Vóór de inwerkingtreding van de wet van 25 januari 1999 werd, krachtens artikel 19, § 1, van het Wetboek van de met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen, de verkeersbelasting op de voertuigen die uitsluitend dienen voor het goederenvervoer en waarvan, wegens hun aard, hun bestemming of hun speciale aanwending, het gebruik noodzakelijk beperkt was, teruggebracht tot één negende, tot twee negenden of tot één derde van haar bedrag voor het gehele jaar, voorzover die voertuigen ten hoogste respectievelijk 30, 60 of 90 dagen per jaar werden gebruikt.