53. rappelle sa résolution du 8 mars 2011 sur "le déficit de l'Union en protéines végétales: quelle solution à un problème ancien?" et notamment le considérant AF: "considérant que, outre la culture de céréales, dont le maïs, à des fins de production fourragère ou de production d'énergie, il est nécessaire de soutenir une utilisation de systèmes de rotation culturale plus variés, la polyculture et les prairies à mélange trèfle-gra
minées, qui peuvent offrir des avantages importants, tant environnementaux qu'agronomiques, puisque l'insertion d'une légumineuse dans l'assolement peut prévenir des maladies et restaurer la fertilité du sol, ma
...[+++]is aussi avoir un effet bénéfique sur la population de pollinisateurs et protéger le climat"; rappelle en outre l'importance de continuer à faire de la rotation culturale un élément clé de la "composante verte" de la politique agricole commune à l'horizon 2020; 53. herinnert aan zijn resolutie van 8 maart 2011 over het proteïnetekort in de EU: welke oplossing voor een allang bestaand probleem?, en met name aan overweging AF van die resolutie waarin het volgende wordt gesteld: "overwegende dat, naast het verbouwen van graan en maïs voor voedsel- en energieproductie, het gebruik van meer uitgebreide vruchtwisselingsystemen, op de boerderij gemengde gewassen en gras-kl
avermengsels moet worden bevorderd, wat aanzienlijke ecologische en agronomische voordelen kan opleveren omdat het verbouwen van peulvruchten als onderdeel van een vruchtwisselingsysteem ziektes kan voorkomen, de bodem herstelt en go
...[+++]ed is voor de bestuiverspopulatie", en herinnert tevens aan het belang van het behoud van vruchtwisseling als een belangrijk element van de zogenoemde groene component van het gemeenschappelijk landbouwbeleid tot 2020;