11. réaffirme l'importance de la coopération internationale, notamment pour la recherche, pour l'assistance (aux véhicules spatiaux) en orbite et pour les vols interplanétaires, et juge fondamental, pour l'Union européenne, de développer la coopération technique, scientifique et économique au niveau de la politique spatiale avec les États-Unis, la Russie (et l'Ukraine), la Chine et le Japon; estime qu'il convient en temps opportun d'associer les pays en développement à cette coopération:
11. wijst op het belang van internationale samenwerking, met name waar het onderzoek voor hulpverlening aan ruimtevaartuigen in een baan om de aarde en interplanetaire vluchten betreft, en acht het essentieel dat de Europese Unie de technische, wetenschappelijke en economische samenwerking in de sfeer van het ruimtevaartbeleid met de Verenigde Staten, Rusland (plus Oekraïne), China en Japan verder tot ontwikkeling brengt; is van mening dat de ontwikkelingslanden te zijner tijd bij deze samenwerking moeten worden betrokken;