10º les organismes de placement collectif de droit belge à forme statutaire visés à l'article 6 de la loi du 20 juillet 2004 relative à certaines formes de gestion collective de portefeuilles d'investissement pour autant que, et dans la mesure où, ces organismes assurent la commercialisation de leurs titres, au sens de l'article 3, 9º, c), et 14º, de la même loi, sans recourir à une entité tierce en application des articles 41 ou 43 de la même loi;
10º de instellingen voor collectieve belegging naar Belgisch recht die geregeld zijn bij statuten bedoeld in artikel 6 van de wet van 20 juli 2004 betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles, voor zover en in de mate waarin deze instellingen instaan voor de verhandeling van hun effecten in de zin van artikel 3, 9º, c), en 14º, van dezelfde wet, zonder een beroep te doen op een derde entiteit met toepassing van de artikelen 41 of 43 van dezelfde wet;