Le point H des mannequins occupant la place du conducteur et du passager doit coïncider, avec une tolérance de 13 mm dans les sens vertical et horizontal, avec un point situé à 6 mm au-dessous de la position du point H de la machine, si ce n'est que la longueur des segments de la cuisse et de la partie inférieure de la jambe servant à calculer le point H doit être réglée sur 414 et 401 mm respectivement, au lieu de 432 et 417 mm.
Het H-punt van de bestuurdersproefpop en dat van de passagiersproefpop moeten, binnen 13 mm in het verticale vlak en 13 mm in het horizontale vlak, samenvallen met een punt dat zich 6 mm onder het H-punt van het H-puntapparaat bevindt, waarbij de lengte van het dijbeen en het onderbeen van het H-puntapparaat echter wordt afgesteld op respectievelijk 414 en 401 mm in plaats van respectievelijk 432 en 417 mm.