Les seuls à ne pas devoir justifier de ce bilinguisme seraient donc les secrétaires et les membres du personnel du secrétariat du parquet d'Eupen, puisque aucune disposition légale en matière linguistique n'a été prévue ni dans la loi du 15 juin 1935 sur l'emploi des langues en matière judiciaire, ni dans celle du 23 septembre 1985 relative à l'emploi de la langue allemande en matière judiciaire et à l'organisation judiciaire.
De enigen die geen bewijs van tweetaligheid moeten leveren zijn de secretarissen en de personeelsleden van het secretariaat van het parket van Eupen, aangezien noch de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken, noch de wet van 23 september 1985 betreffende het gebruik van het Duits in gerechtszaken en betreffende de rechterlijke organisatie enige wettelijke taalbepaling bevat die op hen betrekking heeft.