– organiser le partage de l'expérience acquise entre les autorités concernées des États membres et les pays tiers visés à l'article 6, paragraphe 2, et notamment les services répressifs spécialisés ainsi que les représentants des organisations publiques internationales visées à l'article 6, paragraphe 3;
– uitwisseling van ervaringen door de betrokken autoriteiten van de lidstaten en van de in artikel 6, lid 2, bedoelde derde landen, waaronder speciale diensten voor rechtshandhaving, en door vertegenwoordigers van de in artikel 6, lid 3, genoemde internationale overheidsorganisaties;