Art. 7. Pendant la période comprise entre le 1 janvier 2002 et la date de publication de l'arrêté de suppression de l'Office et des arrêtés relatifs aux transferts du personnel, tous les actes relatifs aux membres du personnel ainsi qu'aux biens, droits et obligations visés aux articles 2 à 6, posés dans le cadre d'une gestion saine et raisonnable par l'Office, sont réputés être faits aux risques et profits de l'Agence ou de la Région à laquelle ces agents ou ces biens, droits et obligations sont attribués.
Art. 7. Gedurende de periode tussen 1 januari 2002 en de datum van bekendmaking van het besluit van afschaffing van de Dienst en van de besluiten betreffende de overgang van het personeel worden alle handelingen betreffende de personeelsleden en betreffende de goederen, rechten en verplichtingen, bedoeld in artikelen 2 tot 6, die in het raam van een degelijk en redelijk beheer door de Dienst gesteld zijn, geacht te zijn verricht voor risico en ten behoeve van het Agentschap of van het Gewest waarnaar die personeelsleden overgaan of waaraan die goederen, rechten en verplichtingen worden toegewezen.