7. rappelle que la
Charte concerne les petites entreprises et que cette spécificité lui donne toute sa valeur; estime toutefois qu'il convient, dans le respect de cette spécificité, d'intégrer les actions "petites entreprises" de la Charte dans la politique globale à destination des PME et de compléter ces actions par la politique globale grâce à une action contraignante non seulement au niveau communautaire mais également au sein des États membres, là où l'échange des meilleures pratiques devrait être spécifiquement encouragé; note plus particulièrement le dixième et dernier principe sur le renforcement de la représentation des intérê
...[+++]ts des petites entreprises, précisant que sera réalisée une analyse complète de la manière dont les intérêts des petites entreprises sont représentées au niveau national et à celui de l'Union européenne, y compris par la voie du dialogue social; souligne qu'il s'agit là d'une condition fondamentale, étant donné que la composition actuelle du partenariat social reflète essentiellement les grandes entreprises et leur personnel; tout en constatant que le rapport de la Commission sur l'actuelle mise en œuvre est principalement axé sur trois autres domaines prioritaires de la Charte, demande l'achèvement et la publication rapide de cette analyse et, dans l'intervalle, demande aux représentants des employeurs de défendre sans délai les intérêts des petites entreprises dans leurs activités en tant que partenaires sociaux; 7. herinnert eraan dat het Handvest betrekking heeft op de kleine bedrijven en dat het door deze eigenschap zijn waarde verkrijgt; meent niettemin, rekening houdend met die speciale eigenschap, dat
het gepast is om de acties “kleine bedrijven” van het Handvest op te nemen in en als aanvulling te laten dienen van het algemeen beleid voor het MKB; wijst er echter op dat intentie ook in bindende actie moet worden omgezet, niet alleen op communautair niveau, maar ook door de lidstaten, terwijl het uitwisselen van optimale werkwijzen uitdrukkelijk moet worden bevorderd; neemt met name kennis van het tiende en laatste beginsel inzake een st
...[+++]erkere behartiging van de belangen van kleine bedrijven waarin wordt verklaard dat een herziening zal plaatsvinden van de wijze waarop de belangen van kleine bedrijven op EU- en nationaal niveau, ook via de sociale dialoog, worden behartigd; beklemtoont dat dit een beslissend vereiste is, omdat de samenstelling van het huidige Sociale Partnerschap hoofdzakelijk een afspiegeling is van grote ondernemingen en hun werknemers; merkt echter op dat het onderhavige verslag van de Commissie over de uitvoering van het Handvest zich op drie andere prioritaire gebieden van het Handvest richt; verzoekt om vroegtijdige voltooiing en publicatie van deze herziening en verzoekt de vertegenwoordigers van de werkgevers om onverwijld de belangen van kleine ondernemingen te vertegenwoordigen in hun hoedanigheid van sociale partner;