Considérant que l'article 116, § 6, précité du Code électoral, fait obligation aux candidats tant titulaires que suppléants de s'engager par écrit dans l'acte d'acceptation de leurs candidatures à respecter les dispositions légales relatives à la limitation et au contrôle des dépenses électorales, à déclarer leurs dépenses électorales et l'origine des fonds qu'ils utilisent pour couvrir ces dépenses dans les quarante-cinq jours suivant la date des électio
ns, à conserver les pièces justificatives relatives aux dépenses électorales et à l'origine des fonds pendant les deux ans qui suivent la date de l'élection
et à enre ...[+++]gistrer l'identité des personnes physiques qui leur font des dons de 125 euro et plus; que s'agissant des élections qui se tiendront le 18 mai 2003 pour les Chambres législatives fédérales, les actes d'acceptation de candidatures seront remis entre les mains du président du bureau principal de collège ou de circonscription électorale, selon le cas, conjointement avec les actes de présentation de candidature, les 25 et 26 avril 2003; qu'il est dès lors impératif de fixer sans délai le modèle de ces déclarations,Overwegende dat het voormelde artikel 116, § 6, van het Kieswetboek, zowel de kandidaat-titularissen als de kandidaat-opvolgers ertoe verplicht zich er schriftelijk, in hun akte van bewilliging van hun kandidaturen toe te verbinden om de wettelijke bepalingen betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven na te leven, hun verkie
zingsuitgaven en de herkomst van de geldmiddelen die zij gebruikt hebben om die uitgaven te dekken aan te geven binnen vijfenveertig dagen na datum van de verkiezingen, de stavingsstukken betreffende deze verkie
zingsuitgaven en de herkomst ...[+++] van de geldmiddelen gedurende twee jaar na de verkiezingen te bewaren, en de identiteit van de natuurlijke personen die hen giften van 125 euro en meer hebben gedaan, te registreren; dat de akten van bewilliging van hun kandidaturen, wanneer het gaat om de verkiezingen die gehouden zullen worden op 18 mei 2003 voor de federale Wetgevende Kamers, ingediend zullen moeten worden bij de voorzitter van het college- of kieskringhoofdbureau, naar gelang van het geval, samen met de akten van voordracht van kandidaturen, op 25 en 26 april 2003 voor de verkiezing van de federale Wetgevende Kamers; dat het model van die verklaring en van de aangiften derhalve onverwijld bepaald moet worden,