4. Le soutien de l'Union, en matière de politique agricole commune, par exemple, ne doit être attribué qu'aux exploitants en mesure de démontrer que leur activité se caractérise par un équilibre sur le plan des nutriments, en d'autres termes qu'elle ne donne pas lieu à un lessivage intensif d'éléments fertilisants dans les eaux réceptrices.
4. Steun van de Europese Unie, bijvoorbeeld uit hoofde van het gemeenschappelijk landbouwbeleid, kan alleen worden toegewezen aan belanghebbenden die kunnen aantonen dat hun activiteiten een balans vertonen in termen van voedingsstoffen, dat wil zeggen dat deze niet gepaard gaan met grootschalig verlies van voedingsstoffen aan waterontvangers.