Art. 14. L'exploitant révise, teste et, si nécessaire, met à jour le plan d'urgence interne à des intervalles appropriés qui n'excèdent pas trois ans, et dans le cas d'un établissement seuil haut, en veillant toujours à la mise en concordance avec le plan d'urgence externe.
Art. 14. De exploitant herziet, test en werkt, indien nodig, het intern noodplan bij met passende tussenpozen van niet meer dan drie jaar, en waakt in het geval van een hogedrempelinrichting daarbij steeds over de samenhang met het extern noodplan.