Ainsi que la Cour l'a déjà jugé à plusieurs reprises, l'annulation d'une décision par une juridiction, pour cause de violation d'une formalité substantielle lors de son adoption, ne peut avoir pour effet que le législateur soit dans l'impossibilité de remédier à l'insécurité juridique qui en résulte (cf. notamment l'arrêt n° 64/2008 du 17 avril 2008, B.29.4 et B.47.4).
Zoals het Hof reeds herhaaldelijk heeft geoordeeld, kan de vernietiging van een besluit door een rechtscollege wegens de schending van een substantiële vormvereiste bij de aanneming ervan, niet tot gevolg hebben dat de wetgever in de onmogelijkheid verkeert de hierdoor ontstane rechtsonzekerheid te verhelpen (zie o.a. arrest nr. 64/2008 van 17 april 2008, B.29.4 en B.47.4).