38. souligne qu'il y a lieu d'accorder une attention particulière aux doctorants, dès lors que c'est en général le point de départ de la carrière de chercheur; considère que la mobilité des jeunes chercheurs, notamment dans le cadre des réseaux d'excellence, permettrait d'accroître leur contribution potentielle au développement de la recherche européenne;
38. benadrukt dat er speciale aandacht moet worden geschonken aan promovendi daar zij doorgaans aan het begin van een onderzoeksloopbaan staan; is van mening dat de mobiliteit van jonge onderzoekers, met name in netwerken van excellentie, hen beter in staat stelt om bij te dragen aan de ontwikkeling van het onderzoek in Europa;