La distance, mesurée horizontalement, entre l'axe du pivot d'attelage et un point quelconque de l'extrémité avant de la semi-remorque ne peut être supérieure à 2,04 m, comme le prévoit le point 4.4 de l'annexe I de la directive 96/53/CE.
De afstand tussen het hart van de koppelpen en een willekeurig punt aan de voorzijde van de oplegger mag, gemeten in het horizontale vlak, niet meer dan 2,04 m bedragen, zoals bepaald in punt 4.4 van bijlage I bij Richtlijn 96/53/EG.