L'objectif poursuivi par la loi attaquée consiste à « optimaliser la politique de canalisation de l'autorité », en particulier dans le secteur des jeux de hasard, et « l'idée n'est [.] pas que la Loterie nationale incite au jeu ou ait un effet d'élargissement sur le marché » (Doc. parl., Chambre, 2000-2001, DOC 50-1339/001, p. 65).
Het door de bestreden wet nagestreefde doel bestaat erin « het inbeddingbeleid van de overheid », inzonderheid in de sector van de kansspelen, « te optimaliseren », terwijl het « geenszins de bedoeling (is) dat de Nationale Loterij drempelverlagend of marktverruimend zou werken » (Parl. St., Kamer, 2000-2001, DOC 50-1339/001, p. 65).