Il ressort des éléments de la jurisprudence de la Cour que, lorsque la mère porteuse est également la mère génétique, il est très probable que ces liens seraient considérés par la Cour comme constitutifs d'une « vie familiale » au sens de l'article 8 de la Convention européenne des droits de l'homme.
Uit de gegevens van de rechtspraak van het Hof blijkt dat wanneer de draagmoeder ook de genetische moeder is, die banden door het Hof zeer waarschijnlijk zouden worden geacht een « gezinsleven » uit te maken in de zin van artikel 8 van het Europees Verdrag over de rechten van de mens.