1. se félicite du large consensus des communautés scientifique et politique sur la gravité des changements climatiques; réclame instamment la conclusion d'un accord mondial post-Kyoto ambitieux, conforme au scénario du groupe de travail III du GEIC, sur la nécessité de limiter l'augmentation de la tem
pérature à 2°C, des ajustements correspondants étant apportés aux autres accords internationaux relatifs au commerce, à l'aviation civile et à la propriété intellectuelle; estime qu'un cadre pour l'après 2012 devrait permettre aux différents pays de participer, en fonction de leur situation nationale, selon une approche multiétape à court
...[+++]terme, et qu'à moyen terme, il conviendrait d'attribuer les droits d'émission par habitant, d'abord aux pays industrialisés mais, par la suite, à tous les autres pays; invite le Conseil et la Commission à œuvrer dans le sens d'un consensus sur un cadre pour l'après 2012 en élargissant la portée des engagements afin d'inclure les acteurs de première importance qui ne sont actuellement pas parties au Protocole de Kyoto, notamment les États-Unis et l'Australie, et à collaborer avec les pays et les entreprises pris individuellement en l'absence d'engagement de la part des gouvernements; 1. is verheugd over de brede wetenschappelijke en politieke consensus over de ernst van de klimaatverandering; dringt aan op het sluiten van een ambitieuze, wereldwijde opvolger van de overeenkomst van Kyoto, aansluitend bij het scenario van Werkgroep III van het IPCC over de noodzakelijke beperking van de temperatuurstijging tot 2 °C, en op dienovereenkomstige aanpassingen in andere internationale overeenkomsten op het gebied van handel, burgerluchtvaart en intellectueel eigendom; is van mening dat een kader voor de tijd na 1 januari 2013 aan verschillende landen de mogelijkheid dient te bieden to
t participatie in overeenstemming met hun national ...[+++]e omstandigheden, en wel via een getrapte kortetermijnaanpak, en meent dat op middellange termijn de emissiequota op grond van het bevolkingsaantal dienen te worden toegewezen, het eerst aan de ontwikkelde landen, maar uiteindelijk aan alle landen; verzoekt de Raad en de Commissie zich in te zetten voor het bereiken van overeenstemming over een kader na 2012 door de inspanningen te vergroten om daarbij ook belangrijke partijen, met name de VS en Australië, te betrekken die thans buiten het Protocol van Kyoto staan, en, indien de regeringen zich niet coöperatief opstellen, met afzonderlijke (deel-)staten en bedrijven samen te werken;