B. considéra
nt que le Président Omar Al‑Bachir fait l'objet d'un mandat d'arrêt international émis le 4 m
ars 2009 par la CPI pour crimes contre l'humanité (meurtre, extermination, déportation, torture et viol) et crimes de guerre (planification d'attaques contre des civils et pillages), ainsi que d'une ordonnance du 12 juillet 201
0 l'inculpant pour "génocide par meurtre, génocide par atteinte grave à l'intégrité physique ou psychol
...[+++]ogique des victimes, et génocide par soumission intentionnelle de chacun de ces groupes à des conditions d'existence devant entraîner leur élimination physique",B. overwegende dat het Internationaal strafrechthof op 4 maart ll. een internationaal aanhoudingsbevel tegen president al-Bashir uitgevaardigd heeft wegens misdaden tegen de menselijkheid (moord, volkerenmoord, deportatie, foltering en verkrachting) en oorlogsmisdaden (planmatige aanvallen op de burgerbevolking en plundering), en dat er tegen president al-Bashir ook een bevelschrift van 12 juli ll. loopt, dat hem in beschuldiging ste
lt wegens "genocide door moord, genocide door ernstige aantasting van de fysieke of psychische integriteit van de slachtoffers, en
genocide door opzettelijke blootste
...[+++]lling van elk van de groepen slachtoffers aan levensvoorwaarden die hun fysieke vernietiging tot gevolg moeten hebben",