1. Par dérogation à l'article 5, paragraphes 1 et 3, et aux articles 6 et 9, les États membres peuvent maintenir l'agrément pour les entreprises d'investissement et les entreprises visées à l'article 6 existant avant le 31 décembre 1995, dont les fonds propres sont inférieurs aux niveaux du capital initial prévus à l'article 5, paragraphes 1 et 3, et aux articles 6 et 9.
1. In afwijking van het bepaalde in artikel 5, leden 1 en 3, en de artikelen 6 en 9 mogen de lidstaten de vergunning handhaven voor beleggingsondernemingen en onder artikel 6 vallende ondernemingen die vóór 31 december 1995 bestonden, en waarvan het eigen vermogen geringer is dan de voor hen in artikel 5, leden 1 en 3, en de artikelen 6 en 9 genoemde bedragen van het aanvangskapitaal.