Ce chapitre doit établir les liens entre les objectifs régionaux de développement territorial et d'aménagement du territoire et les objectifs poursuivis, d'une part, par les autres plans et programmes pertinents, y compris dans les territoires limitrophes, et, d'autre part, par les autres documents de planification qui doivent être rendus compatibles avec eux.
In dit hoofdstuk dienen de verbanden te worden vastgesteld tussen de gewestelijke doelstellingen inzake ruimtelijke ontwikkeling en ruimtelijke ordening en de doelstellingen die nagestreefd worden enerzijds door de andere relevante plannen en programma's, met inbegrip van het beleid in de aangrenzende gebieden, en anderzijds door andere planificatiedocumenten waarvan de verenigbaarheid met eerstgenoemden moet worden gewaarborgd.