Art. 19. § 1. Sous réserve de l'application d'autres dispositions d'interdiction résultant d'une loi, d'un décret, d'une ordonnance, d'un règlement ou d'un statut, il est interdit à chaque fonctionnaire, officier public ou à toute autre personne chargée d'une fonction auprès de l'Autorité flamande, ou à chaque intermédiaire tel que visé à l'article 55, § 2, 2°, du Décret des Comptes, d'octroyer une subvention ou d'en approuver l'affectation dès qu'il pourrait se trouver, soit personnellement, soit par personne interposée, dans une situation de conflit d'intérêts.
Art. 19. § 1. Met behoud van de toepassing van andere verbodsbepalingen die voortvloeien uit een wet, decreet, ordonnantie, reglement of statuut, is het elke ambtenaar, openbare gezagsdrager of andere persoon die belast is met een functie bij de Vlaamse overheid of elke tussenpersoon als vermeld in artikel 55, § 2, 2°, van het Rekendecreet, verboden een subsidie toe te kennen of de aanwending ervan goed te keuren zodra hij daardoor persoonlijk of via een tussenpersoon in een toestand van belangenvermenging zou kunnen terechtkomen.