Il ne se justifie pas de déroger davantage à ce principe à l'égard de décisions prononcées après l'entrée en vigueur de la loi du 27 avril 2007 et pour lesquelles la clôture des débats a été prononcée après l'entrée en vigueur de cette loi, même si ces décisions appliquaient les anciens articles 229, 231 et 232 du Code civil, dès lors que le législateur poursuivait l'objectif légitime rappelé en B.6.2 et qu'il pouvait raisonnablement considérer que les parties intéressées sont censées connaître les voies de recours et leurs conditions de recevabilité, applicables au moment du prononcé de leur divorce.
Het is niet verantwoord eveneens af te wijken van dat beginsel ten aanzien van de beslissingen uitgesproken na de inwerkingtreding van de wet van 27 april 2007 en waarvoor de sluiting van de debatten is uitgesproken na de inwerkingtreding van die wet, zelfs indien die beslissingen de vroegere artikelen 229, 231 en 232 van het Burgerlijk Wetboek toepasten, aangezien de wet
gever het in B.6.2 in herinnering gebrachte gewettigde doel nastreefde en hij redelijkerwijs ervan kon uitgaan dat de betrokken partijen worden geacht de rechtsmiddelen en de ontvankelijkheidsvoorwaarden ervan te kennen die van toepassing zijn op het ogenblik van de uits
...[+++]praak van hun echtscheiding.