Quant au calcul de la cotisation sociale généralisée, le ministre renvoie à ses précédentes explications, dont il ressortait que cette cotisation pouvait s'appliquer aux revenus immobiliers, et que l'on ne pouvait faire autrement que d'utiliser la base actuelle du revenu cadastral indexé, multipliée par un coefficient de 1,25.
Wat de berekening van de veralgemeende sociale bijdrage betreft, verwijst de minister naar zijn vroegere toelichting, waaruit blijkt dat die bijdrage op de onroerende inkomsten toegepast kan worden en dat men niet anders kan dan de huidige basis gebruiken van het kadastraal geïndexeerd inkomen, vermenigvuldigd met een coëfficiënt van 1,25.