Par conséquent, les services prestés auprès du Holding Communal sont admissibles pour le calcul de l'ancienneté pécuniaire mais, par contre, les services prestés, à partir du 23 octobre 1996, auprès du Crédit communal de Belgique, ne peuvent plus entrer en ligne de compte pour la fixation du traitement d'un membre du personnel d'un ministère, d'un autre service du ministère ou d'un organisme d'intérêt public soumis à l'autorité, au pouvoir de contrôle ou de tutelle de l'Etat.
Bijgevolg kunnen de gepresteerde diensten bij de Gemeentelijke Holding in aanmerking komen voor de berekening van de geldelijke anciënniteit, maar kunnen daarentegen de diensten die vanaf 23 oktober 1996 bij het Gemeentekrediet van België zijn verricht, niet langer meetellen voor het vaststellen van de wedde van een personeelslid van een ministerie, een andere dienst van het ministerie of een instelling van openbaar nut onderworpen aan het gezag, de controle of het toezicht van de Staat.